Hoewel de naam doet vermoeden dat de leden van deze familie allemaal wit zijn is dat zeker niet het geval. Gele, oranje, rode en zelfs zwarte witjes komen voor.
Een aantal kenmerken zijn min of meer algemeen voor de soorten uit de familie Pieridae.
- De vlinders zijn middelgroot. De spanwijdte bedraagt meestal rond de 50 millimeter.
- De voorpootjes zijn volledig ontwikkeld en alle pootjes hebben gevorkte klauwtjes.
- De vleugels hebben een beperkt aantal kleuren en absorberen ultraviolet licht in specifieke patronen waardoor mogelijke partners kunnen worden herkend.
- Er is vaak sprake van seksueel dimorfisme, een duidelijk uiterlijk verschil tussen de mannetjes en vrouwtjes.
- Het pigment van vleugelschubben wordt ontleend aan het voedsel dat de rupsen eten.
- De poppen hebben een kenmerkende stekel op de kop.