De wegedoornpage komt voor bij zonnige, warme struweelgroepen en struweel langs bosranden. Er moeten ook kruidenrijke vegetaties aanwezig waar de vlinders nectar kunnen halen. De eitjes worden afgezet op verschillende soorten Rhamnus (wegedoorn) op takken die in de volle zon staan. De kleine rups overwintert nog in het ei. Pas in de volgende lente begint ze, knoppen en jonge bladeren te verschalken. De verpopping vindt plaats als gordelpop aan de takken van de waardplant. De wegedoornpage vliegt in één generatie per jaar. De wegedoornpage komt voor in Z- en Midden- Europa tot ongeveer 54°NB. Hij komt niet voor in NW-Frankrijk, Nederland, Scandinavië, Estland en Letland. Ook ontbreekt hij in grote delen van Italië en op de meeste mediterrane eilanden. Hij vliegt van zeeniveau tot 2000m.

Vliegtijd: mei, juni, juli.
Status Europa: Soort is thans niet bedreigd in Europa.
Status Benelux: In Wallonië bedreigd. Dichtstbijzijnde populaties in Zuid-België en de Zuid-Eifel.